trut
1) (1873) (inf.) vrouwelijk schaamdeel. Trut is een klanknabootsend woord dat eigenlijk ‘weke brij’ betekent. Het geeft het geluid van kokende pap weer. • Trut, znw., v. — Bij 't gemeen voor Vrouwelijk schaamdeel, cunnus. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1903) • De sli...