Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

properheid, propertje

betekenis & definitie

properheid, propertje - eufem. voor vagina; eig. ‘sieraad’ (vgl. parel, pendant). (Aant. BOEKENOOGEN).

Den Appel scheen te zyn het puik van alle vruchten. Maar als hy wen ontfaan, genoten en gesmaakt, Doen sagen d'eters eerst haar properheitjes naakt, v. D. VEEN, Zinneb. 277 [1642].