Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

mallen

betekenis & definitie

mallen - geslachtsgemeenschap hebben; eig. ‘gekheid maken’. Nog in het Gron. (MOI.EMA 255).

Maer, is dat mallen? (Sey Baeyken) mal men noch eensso, en komt doch altemet eens uyt; Je komt soo selde, dallet een mensch schier vergete sou, BURGHOORN, Kluchth. Snorrepypen 1, 16 [1644].Want, hoewel ik tot nog toe niet beproefd had, of het minnespel vermakelyk was, of niet, kon ik egter wel oordelen, dat het niet onaangenaam moest zyn, want anders zouden ’er de Vrouwen zoo dol niet na wezen, dat ze zig, en hun gantsche geslagt, om een oogenblikje mallens onteeren zouden, De Openhertige Juffrouw 1, 62 [± 1769].