kaar - minnaar; van Lat. carus ‘dierbaar’. Ghy joffrouwen, nonnen en beghynkens reyn, Suext vry u kaerkens ....
Men sals niet weten, het blyft verholen. Leuv. Bijdr. 4. 237 [16e e.].
Gepubliceerd op 17-03-2020
betekenis & definitie
kaar - minnaar; van Lat. carus ‘dierbaar’. Ghy joffrouwen, nonnen en beghynkens reyn, Suext vry u kaerkens ....
Men sals niet weten, het blyft verholen. Leuv. Bijdr. 4. 237 [16e e.].
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: