Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Het bacterie-leven in de grond

betekenis & definitie

Zoals hierboven aangegeven, kan men de bacteriën in de grond onderscheiden in:

A. (nuttige) aërobe bacteriën:
a. bacteriën die uit humus koolzuurgas ontwikkelen en daarbij tevens de humus in fijnere verdeling brengen, nuttig voor structuurverbetering;
b.nitrificerende bacteriën, in twee groepen: de nitrietbacteriën (Nitrosomonas en Nitrosococcus), die de omzetting van ammoniak tot nitriet bewerkstelligen en de nitraat-bacteriën (Nitrobacter) die de nitrieten tot nitraten verwerken (de plant kan de stikstof uitsluitend in nitraatvorm opnemen);
c.wortelknoiletjes-bacteriën (Bacillus radicicola), leven in wortelknolletjes van vlinderbloemigen en zetten vrije stikstof uit de lucht om tot stikstofverbindingen, waarvan de plant direct profiteert en met de resten waarvan de bodem verrijkt wordt (groenbemesting) ;
d.Azotobacter-soorten, die zonder met hogere planten samen te leven vrije stikstof uit de lucht in hun lichaamsverbindingen vastleggen en daarmee de bodem verrijken;
B.(schadelijke) anaërobe bacteriën:
a.bacteriën, die uit humus vrije organische zuren afscheiden, welke reeds in kleine hoeveelheden giftig op de planten werken;
b.bacteriën, die nitrieten en nitraten, plantenvoedingsstoffen dus, opnemen;
c.denitrificerende bacteriën, die nitrieten en nitraten omzetten in vrije stikstof, hetgeen een nog groter verlies betekent;
d.bacteriën, die uit anorganische verbindingen schadelijke stoffen ontwikkelen b.v. door zuurstof te onttrekken aan gips, waarbij calciumsulfide ontstaat, dat in aanraking met koolzuurhoudend water vrij zwavelwaterstof afgeeft, hetgeen als plantengif werkt.

Aërobe zowel als anaërobe bacteriën hebben voor hun ontwikkeling zuurstof nodig; de eerste nemen dit bij voorkeur uit de lucht, de laatste onttrekken het vnl. aan verbindingen in de grond aanwezig. Het uitermate talrijke voorkomen van deze kleinste wezens in de grond verrijkt doorlopend de voorraad organische stof in de grond, het bewerkt de zo belangrijke humusvorming en is ook overigens op veelal nog onbekende wijze bij de groei van de plantenwortels behulpzaam; een bewijs hiervoor is, dat op een steriele (bacterievrije) grond plantengroei vrijwel uitgesloten is (6).

< >