I. enige, wat, iets, sommige(n); some..., some..., sommigen..., anderen...; some of these days, een dezer dagen; if I find some, als ik er vind; there are some who ..., er zijn er die...;
II. 1. enig(e); de een of ander, een, een zeker(e); ettelijke, wat, een beetje; 2. zowat, ongeveer; that’s some hat, dat is nou nog eens een hoed;
III. 1. iets, een beetje; 2. niet gering ook, niet mis, énig.