I. bijzonder; speciaal; bepaald; persoonlijk; kies-, nauwkeurig; veeleisend, lastig; a particular friend, een goede (intieme) vriend; he is not particular to a few guilders( hij ziet niet op een gulden of wat; one case in particular, (meer) in 't bijzonder, met name;
II. bijzonderheid, bijzondere omstandigheid, punt; a London particular, een echte Londense mist.