Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

parallel

betekenis & definitie

I. evenwijdig (met to, with), parallel, overeenkomstig;

II. evenwijdige lijn, parallel; parallel (of latitude), breedtecirkel; without (a) parallel, zonder weerga;

III. evenwijdig lopen met; evenwijdig plaatsen; op één lijn stellen, vergelijken; evenaren; een ander voorbeeld aanhalen van.

< >