Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 21-03-2022

next

betekenis & definitie

I. naast, dichtstbij zijnd, (eerst)volgend, volgend op..., aanstaand; what next?, ook: wat (krijgen we) nu?, nu nog mooier!; the next best, op één na de beste; the next boy you see, de eerste de beste; he lives next door, hij woont hiernaast; next door to, vlak naast; grenzend aan; zo goed als; the next thing to hopeless, zo goed als hopeloos; next to nothing, zo goed als niets;

II. naast, (daar)na, vervolgens; de volgende keer; next before, vlak voor; the largest city next to Londen, na Londen;

III. volgende (man; echtgenoot; kind), eerstvolgend schrijven of nummer [v. krant]; next of kin, naaste bloedverwant(en); next, please!, 1. die volgt!; 2. nog iets?

< >