I. houden, hoeden; behouden, tegen-, terug-, ophouden; behoeden, bewaren, bewaken, beschutten, verdedigen; er op nahouden, hebben (te koop); onderhouden; vieren; bijhouden [boeken]; zich houden aan; keep one’s feet, op de been blijven; keep one waiting, laten wachten; keep oneself to oneself, erg eenzelvig zijn;
II. zich (goed) houden goed blijven [v. vruchten]; it will keep, ook: 't kan wachten, er is geen haast bij; keep looking (running), blijven kijken (lopen); keep in good health, gezond blijven; keep at it, ermee dóórgaan; ermee bezighouden; keep away, afhouden; wegblijven; keep back, terughouden; achterhouden; zich op een afstand houden; keep down, bedwingen, in bedwang houden, niet laten opkomen; laag houden [prijzen]; keep from, afhouden van; zich onthouden van; onthouden; verborgen houden voor; behoeden (bewaren) voor; keep in, inhouden, in toom houden; binnenhouden, school houden; aanhouden [’t vuur]; keep in with, op goede voet blijven met; keep off, afweren; (zich) op een afstand of zich van ’t lijf houden, afblijven van; keep on, aan-, ophouden; keep on ...ing, doorgaan met, blijven...; keep out, (er) buiten houden; (er) buiten blijven; keep out of the way, uit de weg blijven, zich op een afstand houden; keep to, (zich) houden aan; blijven bij; houden voor [zich(zelf)]; houden [rechts, links, de kamer] ; keep together, bijeenhouden of -blijven; keep under, niet laten opkomen; klein houden; onderdrukken, bedwingen; keep up, opblijven; ophouden, aan-, onderhouden [vriendschap, kennis]; volhouden; levendig houden; handhaven; keep up appearances, de schijn bewaren; keep it up, (de strijd) volhouden, het niet opgeven; keep up with, bijhouden, gelijke tred houden met;
III. bewaring, hoede; onderhoud, kost; slottoren [als gevangenis]; for keeps, om te houden; voorgoed.
