I aangaan, betreffen, raken;
II concern oneself, zich bekommeren, verontrusten of ongemst maken (over about, for); zich interesseren (voor about, in, with); zie ook: concerned;
III zaak, aangelegenheid, onderneming; deelneming, belang, gewicht; zorg, bezorgdheid; it is no
concern of mine, ’t is mijn zaak niet; 't interesseert me niet; I have no concern with it, ik heb
daarmede niets te maken.