I bevelen, gebieden, commanderen, aanvoeren, het commando voeren over; bestrijken; fig beheersen; beschikken over; afdwingen; opbrengen [v.prijzen]; hebben [aftrek]; doen [huur];
yours to command, uw dienstwillige;
II bevelen; het commando voeren;
III bevel; gebod, opdracht; commando; leiding; legerleiding; legerdistrict; afdeling, dienst;
fig beheersing; beschikking; Coastal Command, kust-vliegdienst; High Command, [Russisch] Opperbevel; Higher Command; [Engels] Opperbevel; at his command, 1 op zijn bevel; 2 te zijner beschikking; by his command, op zijn bevel; be i n command, het bevel voeren (over of); second in command, onderbevelhebber.