I troost, vertroosting; opbeuring; welgesteldheid; gemak, geriefelijkheid), comfort; take comfort, zich troosten;
II (ver) troosten, opbeuren.
Gepubliceerd op 14-02-2022
betekenis & definitie
I troost, vertroosting; opbeuring; welgesteldheid; gemak, geriefelijkheid), comfort; take comfort, zich troosten;
II (ver) troosten, opbeuren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: