Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MUIZEN EN RATTEN

betekenis & definitie

(Müridae). Kleine tot vrij grote knaagdieren met een spitse snuit, vrij lange staart en vrij grote oren.

In Zeeland komen voor:- Huismuis (Mus Müsculus). Grijs gekleurd. Komt zeer algemeen voor, het meest bij gebouwen, maar ook in het veld en in struikgewas.
- Bosmuis (Apodémus sylvdticus). Is wat groter dan de huismuis; bruin gekleurd met een witte buik. Komt vrij algemeen voor in duinen, grasland en struikgewas. Graaft gangen en nestkamers.
- Dwergmuis (Micromys minütus). Is zeer klein (7 tot 10 cm van snuitpunt tot staartwortel); rossig gekleurd met een witte buik. Komt vrij algemeen voor in korenvelden, hoog ruig grasland en droog rietland. Maakt een bolvormig nest van grashalmen dat tussen plantenstengels wordt opgehangen.
- Bruine rat (Rdttus norvégicus). Is ca. 25 cm groot, van snuitpunt tot staartwortel; bruingrijs van kleur met vuilwitte buik, soms echter ook donkerder. Komt algemeen voor in gebouwen, kelders, stallen, riolen, sloten en kanalen. Graaft gangen en holen.
- Zwarte rat (Rdttus rdttus). Lijkt op de bruine rat, maar is iets kleiner, heeft een spitser snuit, grotere oren en is meestal donkerder. Komt alleen in gebouwen voor, in Nederland alleen in enkele havensteden, in Zeeland mogelijk alleen in Vlissingen. Zie ook → woelmuizen en → spitsmuizen.

LITERATUUR

A. van Wijngaarden, V. van Laar en M.D.M. Trommel, (1971) De verspreiding van de Nederlandse zoogdieren, Lutra 13, 19-20. M. Buise en G.M.D. Sponselee, (1979) Zoogdieren, reptielen en amfibieën van Oost ZeeuwsVlaanderen, RÏN-rapport 1276.

< >