Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

JAGERS

betekenis & definitie

Donkere meeuwachtige zeevogels, die in Noord-Europa broeden en de wintermaanden naar het zuiden trekken. In Zeeland kunnen vier soorten jagers worden waargenomen, vrijwel alleen in het najaar.

Jagers hebben de gewoonte om andere zeevogels (vooral sterns en meeuwen) te achtervolgen tot zij hun voedsel uitbraken. Volwassen vogels (behalve grote jagers) hebben twee kleurfasen, donker en licht en verlengde middelste staartveren. Onvolwassen vogels zijn lichtbruin gestreept.- De grote jager (Stercorariussküd) lijkt op een onvolwassen zilvermeeuw, heeft een zware vlucht en opvallende witte vleugelvlekken. Vrij zeldzame doortrekker langs de zeekust in de maanden augustus-november.
- De middelste jager (Stercordrius pomarinus) is groter en zwaarder dan de kleine jager. Volwassen vogels hebben stompe en gedraaide middelste staartpennen. Vrij zeldzame doortrekker langs de zeekust in de maanden augustus-november.
- De kleine jager (Stercordrius parasiticus) heeft de grootte van een stormmeeuw en volwassen vogels hebben vrij lange puntige middelste staartpennen. Vrij algemene doortrekker langs de zeekust, minder algemeen op de zeearmen in juli tot november, zeer zelden in het voorjaar.
- De kleinste jager (Stercordrius longicaudus) heeft een sierlijke vlucht en zeer lange middelste staartpennen (wanneer hij volwassen is). Zeldzame doortrekker in de maanden augustus-oktober.