Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

AREND

betekenis & definitie

Adelaar.

Bastaardarend

(Aquila clanga). In Nederland onregelmatige gast uit Oost-Europa. Ook uit Zeeland zijn enkele waarnemingen bekend.

Steenarend

(Aquila chrysdëtos). In Nederland onregelmatige gast. Ook uit Zeeland zijn enkele waarnemingen bekend.

Steppe-arend

(Aquila rápax). Grote roofvogel die slechts éénmaal in Nederland is waargenomen: mei 1967, Biervliet.

Visarend

(Pandián halidëtus). Grote roofvogel met lange, gehoekte vleugels, witte kop en onderdelen. Viseter, die na ‘bidden’ met een stootduik in het water duikt en zo vis vangt. Doet door de lichte kleur en de langzame vlucht soms aan → Meeuwen denken. Zit graag op palen in het water. De Visarend broedt in noordelijker streken en is in Zeeland een zeldzame doortrekker in april-mei en in augustus-oktober, zelden buiten deze periode.

Zeearend

(Halidëtus albidlla). Zeer grote bruine roofvogel met brede vleugels, wigvormige staart en zware, gele haaksnavel. Volwassen vogels hebben een witte staart en een lichte kop. Trage, flappende vlucht. Broedvogel van beboste meren- en riviergebieden in noordelijker streken. In Zeeland zeldzame, niet jaarlijkse wintergast, die o.a. is waargenomen in de Grevelingen en het Veerse Meer.

< >