Werd in mei 1871 als eenmanszaak opgericht door Gerardus Alberts te Veere. Deze oefende feitelijk het aannemersbedrijf uit en werkte o.a. mee aan de aanleg van de spoorlijn van Roosendaal naar Goes en wat later aan de bouw van de sluis van het Kanaal door Walcheren te Veere.
Medio 1873 werd het bedrijf verplaatst naar Middelburg, waar het was gevestigd Achter de Houttuinen, waar thans het politiebureau zich bevindt. Al spoedig werden toen F. → Wibaut (de latere wethouder van Amsterdam) enC.M. → Ghijsen als medefirmanten in de zaak opgenomen.In 1899 werd het bedrijf omgezet in een N.V. Daarmee was het de eerste houthandel waarvan de aandelen aan de beurs werden genoteerd. De activiteiten werden uitgebreid met leveringen van hardhout voor waterwerken, scheepswerven en spoorwegen, zowel in Nederland als in België en Duitsland. In 1939 bezat de vennootschap dochterondernemingen in Brussel, Paramaribo en Viborg (Finland), terwijl nauwe relaties werden onderhouden met Engeland en Duitsland. Voor de lokale afzet beschikte de Houthandel Alberts over filialen te Goes, Oostburg, Steenbergen en Vlissingen. Medio 1958 werd het bedrijf van de binnenstad verplaatst naar het industrieterrein van de gemeente Middelburg aan het Kanaal door Walcheren.
Eind 1960 werd de houthandel overgenomen door de N.V. Internationale Credieten Handelsvereniging ‘Rotterdam’ te Rotterdam (de ‘Internatio’). Het aantal werknemers inclusief de filialen bedroeg ruim 100, de jaaromzet lag tussen de 10 en de 20 miljoen gulden per jaar.
Eind 1973 besloot de Internatio de houtactiviteiten te concentreren binnen de ‘Randstad’ (te Dordrecht, Rotterdam, Leiden en Nieuwersluis) en het bedrijf van de voormalige Houthandel Alberts te Middelburg te liquideren.