(Weimar 1792-Bad Liebenstein 1862), tweede zoon van groothertog Karel August (1757-1828) en prinses Louise van Hessen Darmstadt (1757-1830). Militair; vocht aanvankelijk onder maarschalk Bernadotte, ontving in 1809 het Legioen van Eer van Napoleon met de woorden: „Vous êtes le plus jeune parmi trente-mille braves”.
Na de val van Napoleon bood hij zijn diensten aan aan koning Willem I; werd in 1815 benoemd tot kolonel, commandant van het regiment infanterie Oranje-Nassau te Nijmegen; verbleef in Boxtel, Tilburg, Eindhoven en Rijen, vanaf 1830 in Breda. Had een groot aandeel in de voorbereiding van de Tiendaagse Veldtocht (2-12 aug. 1831). Voor bewezen diensten kreeg de hertog in 1843 een fraaie degen van koning Willem I. Na zijn eervolle ontslag (1843) werd hij in 1849 opperbevelhebber in Nederlands-Oost-Indië.Bron: Nationaal Biografisch Woordenboek (Kon. Vlaamse Acad., België).
