Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BOXTEL

betekenis & definitie

gemeente in Noord-Brabant, grenzend aan Vught, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Liempde, Oirschot, Haaren en Esch.

De gemeente bestaat uit Boxtel, een deel van Gemonde, uit Kleinder-Liempde, Lennisheuvel, Luissel en verder uit Boseind, Hal, Heult, Langenberg, Munsel, Luissel, Nergena, Onrooi, De Roond, Selissen, Tongeren en Vorst. Aantal inwoners: 24.475; oppervlakte: 5216 ha.

Wapen: In rood, 2 zilveren dwarsbalken, vergezeld van 8 gouden eendjes, geplaatst 3, 2 en 3. Het schild gehouden door een tenhalve daarachter staande Sint Pieter met twee sleutels in de linkerhand, geheel van goud. (1817). Het wapen van de heren van Cuijk ging in de 13e eeuw over op de heren van Boxtel. De kleuren werden echter door de heer van Boxtel veranderd. De meerlen uit het Cuijkse wapen werden uiteindelijk eenden. St.Pieter is de patroonheilige van de parochie.

Geschiedenis: Omstreeks 1100 komen reeds Harpere en Meinnere van Buchstelle voor, die in verband met de heerlijkheid Boxtel zijn gebracht. Van een kasteel is eerst in 1293 sprake, al moet er reeds eerder een hebben gestaan. Immers Willem van Boxtel en Kuijck die in 1288 met de Brabantse hertog Jan I meevocht in de strijd van Woeringen om het bezit van Limburg kreeg toen Stapelen onder Boxtel met de daarbij behorende goederen in leen van de hertog, die hem toen ook tot ridder sloeg. Deze Willem van Boxtel was gehuwd met Maria van Diest, een zuster van bisschop Jan van Diest, van Utrecht. Hun zoon Willem trouwde met gravin Cuningonde van Dalen en Diepenheim. De heerlijkheid werd geërfd door hun dochter Maria, die gehuwd was met ridder Dirk van Me(e)rheim.

Omstreeks het midden van de 15e eeuw ging Boxtel door huwelijk en erfenis over van het geslacht van Merheim op dat van Van Ranst, doordat Lysbet van Merheim, vrouwe van Boxtel en Liempde, huwde met Hendrik van Ranst, heer van Moortsele, Edigem, Cantecroy en van ,,daer Achter” onder Vilvoorde. Elisabeth erfde de heerlijkheid na de dood van haar broer Dirk en na het terugtreden van haar broer Jan. Dirk was weer zijn ouders, Willem van Merheim en Agnes van Cronenborg opgevolgd. In 1439 verhief zij die leen. Volgens sommige bronnen was zij daartoe genoodzaakt door Philips de Goede, als hertog van Bourgondië en Brabant ..omdat men toentertijd niet wist wie keizer was om dit leen bij hem te verheffen, hetwelk deze nieuwe bezitters ook deden echter onder protestatie van altijd de verheffing aan de keizer te willen doen." Dit had overigens wel tot gevolg, dat Boxtel hierdoor meer als een Brabants leen werd beschouwd dan als een rijksleen van de Duitse keizer.

Hendrik van Ranst en zijn vrouw stichtten in 1471 te Boxtel het Clarissenklooster en zij lieten in de heerlijkheid ook de St.Petruskerk, waarbij in 1493 ook een kapittel was opgericht, uitbreiden.

Hun zoon Hendrik, die in 1456 was gehuwd met Henrica van Haeften. van Herwijnen, kreeg drie jaar na zijn huwelijk Boxtel, Liempde en Stapelen. Hendrik was hoogschout van de Meierij van 's-Hertogenbosch. In die stad liet hij in de Postelstraat het ..Huis van Boxtel” bouwen. Hij werd ,,baenreheer” genoemd. Boxtel was waarschijnlijk toen reeds een baronie. Van Ranst was raadsheer van de aartshertog van Oostenrijk.

Hendrik van Ranst overleed in 1497, zijn vrouw in 1504. Ze werden in de kerk van Boxtel, de St.Pieter. begraven. Hun praalgraf werd echter op het einde van de 1 8e eeuw vernield en daarna opgeruimd.

Hun dochter Adriana van Ranst erfde de heerlijkheid met het kasteel. Zij huwde met Jan van Horn, een zoon van Philips van Horn, die o.m. heer van Gaasbeek, Heeze, Leende en Gelrop was. Hun zoon Philips zou de bezittingen van zijn vader erven en van moeders zijde Boxtel met kasteel Stapelen en Liempde. Hij huwde met Clara van Renesse. In 1541 kwam de heerlijkheid aan hun zoon Jan. die driemaal huwde, o.m. met Maria van Sint Aldegonde. Hij was kapitein-generaal in het leger en een van de ondertekenaars van het Verbond der Edelen in 1566.

Toen Alva in de Nederlanden kwam nam hij de vlucht naar Kleef. Hij zou later gouverneur van Dordrecht en van 's-Hertogenbosch worden. Tijdens zijn vlucht naar Duitsland verbleef Willem van Oranje nog op het kasteel in Boxtel. De goederen van Van Horn werden verbeurd verklaard, maar de zoon Gerard. die trouw was gebleven aan het katholieke geloof en aan de koning. als hertog van Brabant, kreeg de bezittingen toegewezen.

In de Tachtigjarige Oorlog is Stapelen nog een toevluchtsoord geweest voor de Karthuizers uit Vught. Het kasteel werd toen door muitende soldaten belegerd. De Karthuizers wisten door de gracht uit het kasteel te ontvluchten. De rentmeester kon zijn heer berichten „aangaande Sijne Genades Huys. God hebbe loff. gaat toch redelyck wel”. Maar in 1603 waren het Spaanse soldaten, die het kasteel bezetten.

Gerard van Horn, heer van Boxtel, huwde met Honorine van Wittem, vrouwe van Overijsse. Hun zoon Ambrosius zou in 1618 zijn vader als baron van Boxtel opvolgen. Deze huwde met Margaretha van Bailleul. Er is in 1642 sprake van „een zeer playsant en welgeleghen kastele, versiert met een schoone kapelle ter ere van den edelen ridder St.Joris”, pit alles kwam met de heerlijkheid in het bezit van Eugène van Horn, die gehuwd was met Maria de Croy.

Koning Philips verklaarde, vlak voor de Vrede van Münster. in 1647 dat Boxtel een Duits leengoed was en daardoor een vrije baronie zou blijven, maar desondanks werd de heerlijkheid toch tot het generaliteitsland gerekend. De heren van Boxtel verbleven toen in de Zuidelijke Nederlanden of in Frankrijk. Meer dan 65 jaar tussen 1629 en 1694 zou Stapelen bewoond worden door de rentmeester. In die tijd, in 1672. verbleef koning Lodewijk XIV van Frankrijk tien dagen op het kasteel van Boxtel bij de inval van de Fransen in Nederland.

In de tweede helft van de 17e eeuw werd het geslacht van Horn-Baucignies door koning Karei van Spanje in de prinselijke stand verheven. De zoon van Eugène van Horn, Philips Emanuel, die zich dus prins van Horn mocht noemen. huwde met Marie-Antoinette, prinses de Ligne. De erfgename, prinses Maria Theresia van Horn. huwde met prins Philips van Salm-Kyrbourg.' Hun zoon Frederik III Jan Otto van Salm-Kyrbourg werd baron van Boxtel. Hij werd tijdens de Franse Revolutie met vele andere edelen naar de guillotine geleid en onthoofd. Kasteel Stapelen werd met de heerlijkheid bij gerechtelijk vonnis verkocht aan Otto baron de Senarclens de Grancy, heer van Haanwijk te Sint-Michielsgestel. Deze verkocht zijn nieuwe bezitting alweer in 1834 aan Gerard Bogaers, wollenstoffenfabrikant in Tilburg.

In 1857 werd Stapelen verkocht aan Jan Hendrik Mahie, die zich voortaan Mahie van Boxtel en Liempde noemde. De heerlijke rechten waren echter in de Franse tijd al ongedaan gemaakt. Het kasteel werd in 1915 eigendom van de paters Assumptionisten.

Boxtel kreeg in 1795 een loco-drossaard aan het hoofd van het plaatselijke bestuur, die in 1810 de titel van maire en al spoedig die van burgemeester kreeg.

Op kerkelijk gebied zou Boxtel al vroeg bekend worden door het Heilig Bloedwonder, rond 1380, waarbij altaardoeken niet uit te wassen bloedvlekken kregen. In 1380 gaf Rome toestemming deze doeken jaarlijks aan het volk te tonen. Boxtel werd daardoor een bedevaartplaats van betekenis. Dat was ook de reden waarom omstreeks 1480 begonnen kon worden met de bouw van de imposante St.Petruskerk op de plaats waar reeds eerder een bedehuis stond. In 1648 werd ook deze kerk aan de katholieken ontnomen. Dezen konden eerst in 1672 een schuurkerk bouwen aan de Burgakker.

Hierbij werd later ook een pastorie gebouwd. In 1799 kregen de katholieken het oude kerkgebouw terug. Het zou echter geruime tijd duren, voordat dit inmiddels vervallen gebouw weer in gebruik genomen kon worden. Eerst eind 1827 was dat zover. Dicht hierbij werd in 1812 een bedehuis voor de protestanten gebouwd, naar ontwerp van Hendrik Verhees in neo-classicistische stijl.

Boxtel kreeg er in 1899 een tweede parochie bij, de parochie met de H.Hartkerk, die in 1901 gereed kwam naar ontwerp van architect C. Franssen, aan de Baroniestraat gelegen. Niet ver van de St.Petruskerk werden door de congregaties van de Zusters van JMJ gebouwen met een kapel gezet omtrent de eeuwwisseling, Duinendaal genoemd, met klooster, scholen, een ziekenhuis en een kapel. In 1972 werd dit complex aan de gemeente verkocht, die het geheel in 1982 liet slopen om ruimte te krijgen voor nieuwbouw.

Daarnaast kwamen er nog kerken aan het Maria Reginaplein, de Maria Reginakerk: in Lennisheuvel, de St.Theresiakerk, terwijl ook Gemonde een eigen kerkgebouw, de St.Lambertuskerk kreeg.

Aan de Stationsstraat heeft Boxtel nog een kapel van de Zusters Oblaten van de Assumptie. Langs de weg van Boxtel naar Haaren in het gehucht Luissel staat nog een klein wegkapelletje uit 1939 en op de Roond een St.Annakapel uit 1954. In Boxtel zijn verder nog gevestigd: Paters Assumptionisten, de Fraters van Tilburg in Huize de la Salie, de Witte Paters met het klooster St.Charles, de Witte Zusters, de Zusters van Barmhartigheid, Zusters Dienaressen van Jezus Christus Priester; Zusters Oblaten van de Assumptie, Zusters Obreras de la Cruz; Zusters Sociëteit JMJ, Zusters Ursulinen, Romeinse Unie van St.Ursula met het klooster St.Ursula. In Boxtel is ook de Katholieke Bijbelstichting gevestigd.

De protestantse gemeente heeft een NH kerk en gemeenschapscentrum De Schakel.

Boxtel is lang een overwegend agrarisch dorp gebleven. Op het einde van de 19e eeuw was ook de damastweverij van belang. Boxtel werd ook als verkeersknooppunt van betekenis, door de weg van Den Bosch naar Eindhoven en vooral door de aanleg van spoorlijnen in de richtingen Eindhoven, Tilburg, ’s-Hertogenbosch en Duitsland.

Er vestigden zich mede daarom industrieën van enige omvang, waarvan de bekendste de vleesverwerkende industrie, de houtwerven en de tabaksbedrijven waren, later gevolgd door vele andere op de industrieterreinen.

In Boxtel zijn ook de Gezondheidsdienst voor Dieren en het Waterschap De Dommel gevestigd.

Monumenten: Kasteel Stapelen, groep van gebouwen, waarvan de achtkante toren aan de oostzijde uit de Middeleeuwen stamt, evenals twee torens aan de westkant van het hoofdgebouw en de driehoekige gesloten kapel aan de M. Hermans, Het Mirakuleus H. Bloed van Boxtel. Het wonder werd in 1380 als mirakel erkend.

zuidkant. Daarin bevindt zich een altaarstuk uit omstreeks 1600 met het wapen van Van Hom. Het kasteel werd in 1858 vrijwel geheel vernieuwd in neo-gotische trant; gerestaureerd in 1968. Kasteelstallingen in 1858 gesloopt. Hier staan nu autoboxen uit 1957. De kapel kreeg in 1862 een nieuwe voorgevel.

St.Petruskerk, schip met zijbeuken, transept, priesterkoor en kooromgang, grotendeels uit de 15e en 16e eeuw. Priesterkoor met kooromgang en sacristie uit omstreeks 1500; H.Bloedkapel uit 1561; doopkapel uit 1932.

De toren, gebouwd in de stijl van de Kempische gotiek stamt uit het einde van de 15e eeuw; spits uit omstreeks 1615. In 1980 gerestaureerd op initiatief en met grote financiële steun van de Boxtelse bevolking.

In de kerk bevindt zich een Smits-orgel uit 1842.

Landgoed Venrode, grotendeels 18e-eeuws. Hervormde kerk uit 1812.

Vrouwengasthuis uit 1646 op de Markt. Verschillende 19e-eeuwse villa’s.

Legende: Het wonder van Boxtel Boxtel kent de kapel van het Heilig Bloed. Daar moet het omstreeks 1380 gebeurd zijn, dat een priester Eligius Aecker op een morgen, toen hij de mis opdroeg voor de baron van Boxtel, per ongeluk wat miswijn morstte op de corporaal, die meteen rood kleurde. De priester probeerde thuis de vlek te verwijderen, maar deze was niet weg te krijgen. Het wonder van het heilig bloed werd in 1380 als mirakel erkend. De baron van Boxtel kreeg het recht om het doek een keer per jaar aan het volk te tonen. Er kwamen in de 17e eeuw wel 40.000 pelgrims naar deze plaats om het wonderlijke doek te zien.

In de generaliteitsperiode werd het in België bewaard om pas in 1922 naar Boxtel teruggebracht te worden. Daar wordt elk jaar weer de Bloedprocessie gehouden.

De gemeente Boxtel is aangesloten bij het Stadsgewest ’s-Hertogenbosch, waarmee in 1965 een begin werd gemaakt; Overheidsinstellingen: gemeentehuis, Markt 1; politiebureau, Markt 17; rijkspolitie bereden brigade, Kasteellaan 5; vaste detachement veldpolitie, St.Josephstraat 42; rijkspolitie groep veldpolitie, Kasteellaan 7; postkantoor, Stationsstraat 34; postagentschappen: Baanderherenweg 85 en Oosterhof 19; Waterschap De Dommel.

Nutsbedrijven: Gas: Intergas; Waterl.mij OostBrabant; elektriciteitsbedrijf PNEM; NS-station Stationsplein; Ziekenhuis: Ziekenhuis-verpleeghuis St.Liduina; Gezondheidsdienst voor dieren.

Onderwijs: zeven kleuterscholen; tien scholen voor basisonderwijs; vijf scholen voor buitengewoon onderwijs; twaalf scholen voor voortgezet onderwijs, waaronder landelijke scholen als Schildersschool St. Lucas en Gawaldo-onderwijs. Boxtel heeft ook een dag-MAVO voor volwassenen.

Sportaccommodaties: Sporthal De Haagakker met overdekt zwembad, openluchtvoorziening met buitenbaden.

Natuurschoon: De Geelders (81 ha), Eikenhorst (27 ha), Helse Barrière (52 ha). Sparrenrijk (50 ha), Venrode (150 ha). Campina-heide (1106 ha).

Recreatie:

Sport- en wandelpark Molenwijk met natuurbad en visvijvers.

Bron: Anton van Oirschot: Middeleeuwse kastelen van Noord-Brabant; Caroline van Hout: Kasteel Stapelen; Gemeentegids 1984/1985 Gemeente Boxtel.