Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

REFUGIEHUIZEN

betekenis & definitie

huizen binnen de beschermde stadswallen voor de geestelijkheid, die op het platteland gehuisvest was om zich in moeilijke tijden terug te kunnen trekken; hiervan werd vooral gebruik gemaakt gedurende de tachtigjarige oorlog, al hadden sommige kloosterorden al eerder een refugiehuis gesticht. Deze bevonden zich voor wat Noord-Brabant betreft met name in ’s-Hertogenbosch.

Het uit omstreeks 1500 stammende huis aan de St. Jorisstraat was het refugiehuis van de adellijke abdij van St. Geertrui uit Leuven, ten behoeve van de pastoors van Helvoirt en Oisterwijk; aan de Postelstraat bevond zich het refugiehuis van de witheren van de Abdij van Postel, in 1611 overgenomen door de Capucijnen; het refugiehuis van de Augustijnen van Mariënhage uit Woensel stond bij de later gebouwde en inmiddels weer afgebroken St. Pieterskerk; van dit huis is het torentje nog over. De Abdij van Berne had haar refugiehuis in de St. Jorisstraat naast de St.

Joriskapel; in 1625 gingen deze witheren over naar het Rijk Fraterhuis. Het refugiehuis van het zusterklooster Catharienenberg uit Oisterwijk bevond zich eveneens in de St. Jorisstraat; in 1622 vestigden zich hierin de Theresianen. De Benedictijnen van de Abdij van St. Truiden hadden een toevluchtsoord in de Kruisstraat; de abdij van Tongerlo had een refugiehuis op de plaats waar thans de gevangenis is. In 1587 werd voor dat doel het Huis van Cloetingen aan de Hinthamerstraat aangekocht; het werd later het bisschoppelijk paleis en vervolgens lyceum en daarna Jeroen Boschhuis. In 1629, bij de val van ’s-Hertogenbosch, toen de priesters en kloosterlingen werden verjaagd, werden al deze refugiehuizen door de Staatsen in beslag genomen.Bron: dr. H. van Velthoven, Noord-Brabant een gewest in opkomst.