pseud. van Jan van der Meulen (Breda 1915), docent en auteur. Na zijn opleiding te Breda werd hij in 1937 leraar Engelse taal- en letterkunde aan het Stedelijk Gymnasium, de Rijks H.B.S. en de Gemeentelijke Handelsavondschool; dit bleef hij tot 1975.
Hij begon met dichten toen hij leraar Engels was, geïnspireerd door de monsterlijkeden, die zijn leerlingen hem voorschotelden en bij wijze van geheugensteuntjes voor de spraakkunst. Deze rijmpjes, in een idioom van Daan Zonderland en Trijntje Eop. zouden het volgens zijn vrienden ook buiten school wel doen. O'Mill stuurde daarop ..The Song of Arses" naar het tijdschrift Mandril, het werd gepubliceerd tot verbazing van de auteur. Aangezien Mandril werd opgeheven, werden andere rijmpjes gepubliceerd in de Kleine Krant van De Groene Amsterdammer. Deze werden gebundeld en in 1956 uitgegeven onder de titel Lyrical Laria met een voorwoord van Wim Kan. Daarna verscheen nog een aantal van dergelijke bundeltjes, o.m.
Curious Couplets (1958). Tafel rijm vet (1958). Louter Leuter (1965). Popsy poems. pre-popsylated poetry (1978) en Loony Lyries (1981).
