Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

MIRAKELBOEK

betekenis & definitie

een uit omstreeks 1400 daterend handschrift, dat tot de kostbaarste schatten van de Sint-Janskathedraal te ’s-Hertogenbosch behoort. Het bevat getuigenissen van ..Mirakelen van onse Lieve Vrouwe tot ’s-Hertogenbosch”.

De teksten van de bijna 500 wonderverhalen zijn schrift van ongeveer dertig verschillende handen. Waarschijnlijk is het boek aldus ontstaan: een pelgrim volbrengt een bedevaart naar 's-Hertogenbosch en vertelt aan een functionaris van de kerk aldaar welke gunst hij of zij van Maria heeft ontvangen. Deze functionaris. of clericus, maakt van het hem vertelde aantekeningen en beschrijft later, volgens een bepaald literair stramien, het wonder oftewel mirakel.Aan het eigenlijke verhaal van de wonderen gaat een gedicht vooraf van iemand, die ons door een acrostichon is overgeleverd: ioanncz rvermvnt van boekovt en ioannez rvrmvnt. In Den Bosch is echter niemand van de naam Jan Roermond of Jan van Boekhout gevonden. De relikwie is na de verovering van 's-Hertogenbosch, door Frederik Hendrik in 1629. met het Mariabeeld van de kerk naar de Zuidelijke Nederlanden in veiligheid gebracht. In 1853 kreeg de kerk het boek terug. Het past in het kader van de Mariale devotie in de.stad en haar omgeving.

De reeks van de wonderverhalen begint met protocol nummer 1. datum: 8 november 1382. Godschalk Redgiis, een Lijflandse zeeman, voer uit met een nieuw' schip, in gezelschap van 43 bemanningsleden, bevracht met een lading pelswerk. Van 2 tot 4 oktober geraakten zij in een storm, waarom zij in hun nood Maria van ’s-Hertogenbosch aanriepen. Behouden zijn zij toen in Wismar aangekomen. Godschalk maakte, daartoe door de bemanning via het lot aangewezen, een pelgrimstocht naar Den Bosch. Van de kapelaan van de kerk kreeg hij een bewijs dat hij zijn bedevaart had volbracht en goud en zilver had geofferd.

Het laatste protocol is gedateerd 10 oktober 160.3. Het betreft een Italiaanse soldaat uit het regiment van een zekere Lelio Bancratio. die de wacht hield bij de Vughterpoort in een loopgraaf tijdens de tweede belegering van de stad. toen een kanonskogel hem raakte. Een ijzeren bol van ruim 22 pond trof zijn halskraag, boven de linkerborst, maar hij liep geen verwonding op. Hij offerde halskraag en bol aan Maria van 's-Hertogenbosch, gedurende de Printen, in de ochtend van genoemde dag, om kwart na negen. Velen hoorden zijn verhaal, zagen de soldaat en loofden God.

Tussen eerste en laatste protocol zijn mirakuleuze genezingen en reddingen te lezen van gekwetste ledematen, blindheid, kreupelheid, vallende ziekten, gezwellen, misgeboorten, gevangenschap, verlammingen, verstikkingen, bezetenheid, pokken, angstdromen en wat een sterveling maar overkomen kan. Maar het meest mirakuleuze is het ontwaken uit de dood. Protocol 124 gaat over Aleid. de vrouw van Jan Potter, woonachtig te Gastel bij Oudenbosch. De datum is 9 juni 1383. Aleid werd plotseling ziek en stierf aldra. Na ruim twee uur beloofde haar man een bedevaart te doen naar Maria van 's-Hertogenbosch, waarop zijn vrouw weer tot leven kwam.