(’s-Hertogenbosch 1915), beeldend kunstenaar; bezocht van 1934-37 de Kon. school voor kunst, ambacht en techniek te ’s-Hertogenbosch en in 1939-40 achtereenvolgens de Academie voor beeldende kunsten in Rotterdam en ’s-Gravenhage, 1941-44 Rijksacademie voor beeldende kunsten te Amsterdam, waar hij in de afd. monumentale en versierende kunst leerling was van prof. H.
Campendonk. In 1947 kreeg hij niet alleen de Prix de Rome voor monumentale en versierende kunst maar ook de zilveren Jeroen Boschpenning. Van 1951-55 was De Leeuw docent aan de Avondacademie voor industriële vormgeving te Eindhoven en van 1953-78 aan de Kon. Academie voor kunst en vormgeving te ’s-Hertogenbosch (decoratief tekenen, monumentale en versierende vormgeving). In 1957 ontving hij de Cultuurprijs van de provincie Noord-Brabant en in 1978 werd hij ridder in de Orde van Oranje Nassau. De Leeuw maakte vele glas-in-lood-ramen voor kerken en openbare gebouwen, alsmede wandschilderingen; werk o.m.: Raam noordertransept St. Jan, Gouvernementspaleis, Carolusziekenhuis, alle in ’s-Hertogenbosch.