Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

KOST, JAN

betekenis & definitie

(Helmond 2de helft 17de eeuw), predikant en pamflettist; zoon van de eerste gereformeerde predikant van Helmond, Cornelis Kost of Costius. In 1679 volgde hij zijn vader op als predikant te Helmond.

Door zijn optreden ontstonden er al spoedig problemen in en buiten Helmond. In de gedrukte catalogus van de pamflettenverzameling die zich in de Koninklijke Bibliotheek te ’s-Gravenhage bevindt, komen verschillende geschriften van en over hem voor, onder meer: een ongeadresseerde brief uit 1685, die aan hem wordt toegeschreven; hij wordt daar ,, een afgezet predikant van ergerlijk levensgedrag” genoemd (nr. 12439); een anoniem schimpdicht van vier pagina’s onder de titel „Kost voor Jan Kost. alias Kakelaer” (nr. 12440); een werk van hem, getiteld „Gedigten op Syn Hoogheit toen deselve laetst door Helmont quam rijden, ende op Bynderen bij de Heer van Nieulant ververste. Door Jan Kost (1683) (nr. 11866); een werk van hem onder het pseudoniem Godart van der Moet tegen de vier Rotterdamse predikanten Van Doesburg, Van Brakel, Mees en Plancius, getiteld „vier geestelijke Honden en een Beestelijken Jager” (nr. 12438). Jac. Heeren schreef in De Zuid-Willemsvaart in 1927 en 1928 zeven artikelen over „Dominéé Johannes Costius, een onwaardig predikant”.