Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BOSSCHE SCHOOL

betekenis & definitie

bepaalde stijlvorm in architectuur en meubelkunst. Grondlegger hiervan was Dom Hans van der Laan, monnik van de Abdij St.Benedictusberg te Mamelis.

Deze stijlvorm kreeg de naam Bossche School, omdat in ’s-Hertogenbosch in het Kruithuis voor een groep architecten, die in de twintiger jaren aan de Technische Hogeschool te Delft studeerde, een zevental lezingen werd gegeven. Deze stijl werd vele jaren in het Kruishuis opgebouwd. Van der Laan gaf zijn inzichten door in de architectonische vormgeving, die hij in de eerste jaren van zijn kloosterleven verworven had. In het Kruithuis werd met een cursus voor kerkelijke architectuur in deze zin begonnen in 1946. Dit werd voortgezet tot 1973. Cursusleider waren pater Hans van der Laan en zijn broer Nico van der Laan.

De Bossche School is vooral gebaseerd op het — zoals Van der Laan het uitdrukte afbakenen van ruimte, het ommuren, zodat er een cella ontstaat met loopruimte, waardoor een „domein” ontstaat. Het gaat ook op voor een aaneenschakeling van cella’s. Kenmerkend voor de Bossche School zijn de vierkante en de natuurlijke vormen; het wonen om een hof, een ommuurde binnenhof, de bolvormen, cylindervormen en de schijfvormen. De architectuur wordt gezien als een aanvulling op de natuur om haar voor de mens bewoonbaar te maken. Zij wordt ook doorgevoerd in meubels, die door hun geledingen de onderlinge verhoudingen van het huis moeten voortzetten.Bron: Catalogus exp. Dom. van der Laan THEindh. 1982.