kloosterorde, gesticht in 1346 door de H.Birgitta in Vadstena; na de hervorming werden vele kloosters in het noorden van Europa opgeheven; in het zuidelijk deel bleven zij voortbestaan. In Noord-Brabant werd in 1434 een klooster door de Birgitinessen op het landgoed Coudewater in gebruik genomen als het klooster Mariënwater.
In 1566 werd het zwaar beschadigd. De zusters vestigden zich toen in ’sHertogenbosch. Na 1648 moest het klooster uitsterven. Zij bleven er tot 1713. De Birgitinessen verhuisden toen naar het vroegere Kruisherenklooster op de Vorstenburg in Uden. Van hieruit werd een slotklooster in Weert gesticht.Bron: Dr. H. van Velthoven: N.-Brab., een gew. in opk.
