Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ANTHONIS, SINT-

betekenis & definitie

ook wel Sint Tunnis genoemd, naar Anthonius Abt; dorp in de gemeente Oploo, St.Anthonis en Ledeacker. Behoorde tot het einde van de 18e eeuw tot de heerlijkheid Boxmeer.

In 1520 werd te Oelbroeck de kapel met St.Anthonius als patroon vermoedelijk vergroot. Aan deze heilige ontleent het dorp zijn naam.Tot St.Anthonis behoren de gehuchten Kerkhoek, Breestraat, Lepelstraat, Peelkant, Blaauwenhoek, Stapelven, Noordkant en Zandkant.

St.Anthonis is de grootste van de drie dorpen, die samen de burgerlijke gemeente uitmaken. Vermoedelijk beschikte men omstreeks 1312 reeds over een kapel onder Boxmeer; in 1477 werd het dorp een zelfstandige parochie. Omdat St.Anthonis tot de vrije heerlijkheid Boxmeer behoorde kon de katholieke godsdienst gedurende de 80-jarige oorlog ongestoord uitgeoefend worden.

Monument: RK kerk. Van een eenbeukig schip stamt nog een gedeelte uit het begin van de 15e eeuw. De toren is van iets vroeger datum en voorzien van een eenvoudige versiering van nissen en spitsboogfriezen. In de kerk bevindt zich een kruisbeeld uit het begin van de 16e eeuw. Bron: Kunstreisboek van Nederland.

Sint-Anthonis bosch; de fortificatie werd in 1629, bij de val van Den Bosch, door Frederik Hendrik ingenomen.

Bron: Witkamp’s Aardr.Wb.