Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

AMBONEZENKAMPEN

betekenis & definitie

In het voorjaar van 1951 kwamen meer dan 4000 Molukse militairen met hun gezinnen naar Nederland na de dekolonisatie van Nederlands-Indië. De KNIL-militairen werden na de opheffing van het koloniale leger tijdelijk bij de Kon.Landmacht ingedeeld.

Een van de kampen, waar zij terecht kwamen, was het Vughtse woonoord Lunetten, het voormalige concentratiekamp Vught, dat inmiddels was opgeknapt. Lunetten werd het grootste van de verschillende Ambonezenkampen en zou het langst in bedrijf blijven. In Brabant kwamen nog enkele kleinere woonoorden: in Nistelrode; Donzei; in Vierlingsbeek, in Mill: Villheide; in Middelbeers: Baarschot, in Lage Mierde en in Wouw. Het kamp in Vught kreeg in 1951 3000 Molukkers binnen. Het werd een eigen dorp met scholen, een ziekenhuis, twee kerken en eigen toko’s. Al spoedig kwam het tot ongeregeldheden, vooral door het treffen tussen de Ambonese meerderheid en de Keiese minderheid.

De Keiezen werden toen naar Nistelrode overgebracht. In 1952 moest de politie zelfs het leger inschakelen om het woonoord uit te kam men. Na de eerste woelige jaren bleef het voortaan betrekkelijk rustig in de Molukse gemeenschappen in Noord-Brabant. Door wijziging van het regeringsbeleid in deze moest er een nieuwe oplossing voor het huisvestingsprobleem worden gevonden. Zo ontstonden allereerst woonwijken, zoals in Breda, later ook in Nistelrode, Tilburg, Waalwijk, Cuyk en Helmond. In 1977 kwam daarbij ’s-Hertogenbosch-Noord.

In 1978 werd door de ministerraad besloten dat de bewoners van het woonoord Lunetten in Vucht zouden worden geherhuisvest. Er werd in verband hiermee voor 1986 een extra contingent van 130 woningen in het bestemmingsplan Vughtse Hoeven toegewezen. In 1984 waren er in het kamp Lunetten nog circa 300 Molukkers, in totaal 85 gezinnen. Bron: H. Smeets: Lunetten, kroniek van een failliet bedrijf, 1977.