Families: Pedetidae Springhazen (Pedetes), Ctenodactylidae Kamvingers (Ctenodactylus), Dipodidae Springmuizen (Allactaga, Jaculus, Sicista, Zapus)
Oppervlakkig doet de kaapse-springhaas aan een kangeroe denken. Zowel de springhaas als de springmuizen hebben bijna dezelfde manier van voortbewegen als de kangeroe, vooral op de vlucht. In het bijzonder geldt dit ook voor de paardespringmuis, maar nauwelijks voor de berkemuis. Deze huppelt weliswaar ook, maar gebruikt daarbij meestal ook de voorpoten. Van de echte muizen onderscheiden ze zich door de niet gespleten bovenlip. Berkemuizen houden een winterslaap.
De woestijnspringmuis was reeds in de oudheid bekend. Men gaf hem toen de naam „tweebenige muis“, omdat de zeer kleine voorpoten, strak tegen het lichaam gedrukt, tijdens het springen nauwelijks te zien waren.
Uiterlijk op een cavia gelijkend is de kamvinger, een klein Noordafrikaans knaagdier, dat zich dood houdt als hij bij gevaar geen ontvluchtingsmogelijkheid ziet. Bij aanraking bijt hij dan ook niet, maar blijft roerloos liggen.