De veerbaardmeervallen hebben zoals de naam al aangeeft veervormig vertakte baarddraden. De kop is zwaar met beenplaten gepantserd, en de borstvinstekel is eveneens krachtig ontwikkeld en getand of gezaagd.
Deze vissen hechten zich graag met de buik aan allerlei voorwerpen. Ze kunnen met het grootste gemak op hun rug zwemmen en lange tijd in die houding blijven, om zo de planten af te grazen op algen en klein gedierte.Het geslacht Acanthodoras kan ons werkelijk aan het schrikken maken met vreemde kwakende en knorrende geluiden als we ze uit het water nemen. De flanken zijn door een rij van met achterwaarts gebogen haken voorziene beenplaten beschermd. Het zijn merendeels bewoners van de zandige bodem van stromende wateren. Verscheidene soorten zijn geliefde aquariumvissen.
De doorgaans jonge koraalmeergallen leven in grote groepen in de kustwateren en op de koraalriffen van het Indopacifische gebied. Het zijn mooie, sierlijke maar toch gif-tige vissen. Hun vinstekels staan met gifklieren in verbinding. Zoals de meeste visvergiften werkt ook dit zeer pijnlijk, heeft shock tot gevolg en niet zelden de dood. Tandanus is een Australische zoetwatermeerval, aan de koraalmeerval verwant en via de zee de zoete wateren van Australië binnengedrongen.
De antennemeervallen hebben drie paren baarddraden, die vooruit gestoken worden en aldus enige overeenkomst vertonen met de voelsprieten van insekten. Het is een in ZuidAmerika wijd verspreide familie met een aantal zeer zeldzame vertegenwoordigers. De spatelmeerval bv. heeft een merkwaardige spatelvormig afgeplatte kop met vooruitgestoken snuit.
De pantsermeervallen vallen op door hun dubbele rij banaanvormige beenplaten. De langgerekte soorten uit de geslachten Callichthys en Hoplosternum zijn weinig actieve bodemvissen, die ’s nachts in de droge tijd over land van de ene poel naar de andere trekken. Het geslacht Corydoras is met vele soorten vooral bij de aquariumhouders goed bekend. Ze bewonen alle waterlagen en leven in groepjes bijeen. De metaalglans-corydoras is een van de soorten die reeds werd nagekweekt. De tekening van zwarte banden, streepjes en stippen is een van de meest voorkomende, en kan oneindig gevarieerd zijn.
Eveneens geheel in een beenpantsering gehuld zijn de harnasmeervallen, een zeer uitgebreide groep met een grote verscheidenheid aan vormen. Een onderstandige, veelal tot zuigschijf vergroeide mondopening, is in deze familie zeer algemeen. Het zijn immers bewoners van stromende wateren, veelal zelfs stroomversnellingen, waar ze op en tussen rotsen en stenen leven, en deze van hun aangroei van algen ontdoen.
Bij de luipaardharnasmeerval en verwanten vallen de grote veranderlijke pupillen op. Andere soorten hebben allerlei aanhangsels en uitgroeisels aan de kop, welke speciaal de mannetjes kenmerken. Bij de Loricaria mannetjes is de onderkant van de kop tot aan de borstvinnen vaak geheel met papillen bezet. Bij Farlowella tenslotte vinden we een op de zeenaalden gelijkende bouw.
Verscheidene soorten hebben zich in het aquarium voortgeplant. Alle soorten vertonen meer of minder een vorm van broedzorg.
