Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

WOUDDIJK

betekenis & definitie

a. Vak van de vroegere zeedijk langs de zuidkant van het Dokkumer-Grootdiep van Ter Luine tot Westerburen.

Vóór de aanleg van Dokkumer Nieuwe Zijlen in 1729, waardoor de dijk slaperdijk werd, kwam het onderhoud ten laste van het dijkgerecht van Kollumerland. De W. is nog vrijwel intact; op de kruin ligt een verharde weg. b. Vak van de vroegere Zuiderzeedijk, in onderhoud bij de contributie Zeven Grietenijen en Stad Sloten (de Zevenwouden) .

< >