Vooral de flora van voedselrijk water vertoont in Frl. een rijke ontwikkeling. Die van voedselarm water is slechts plaatselijk vertegenwoordigd.
Men vindt duizendknoopfonteinkruid en klein blaasjeskruid vrij geregeld. Waterlobelia komt misschien nog bij Elslo voor, de biesvaren van Smalle Eesterzanding is verdwenen. In voedselrijk water vindt men vooral veel fonteinkruidsoorten. Op de klei vertonen de sloten soms een vegetatie van weinig anders dan kam- en klein fonteinkruid. Alleen in de kuststrook veel zannichellia en een weinig ruppia. Waterranonkel- en kroossoorten zijn algemeen.
Kroosvaren is plaatselijk talrijk. Gedoornd hoornblad is algemeen, het ongedoornd hoornblad slechts bekend van vindplaatsen in de nabijheid der kust. Waterpest is algemeen. Vooral in kanalen vindt men veel watergentiaan, op luwe plaatsen waterlelie en gele plomp en een vorm van glanzig fonteinkruid met lange puntige bladeren. In oude veenpetten of verwaarloosde wijken of sloten is vaak het hele wateroppervlak bedekt door krabbescheer met kikkerbeet en soms blaasjeskruid. Waterviolier vooral veel in sloten op zand. Op ondiepe plaatsen aan randen van plassen en vaarten verschijnen riet, lisdodde en biezen, die een verder stadium der verlanding inleiden, zie Moerasflora.