Zweeds filoloog (Uppsala 23.4.1890-). Leerling van C.
Borchling. Hoogl. in Oslo, schreef vele studies over het Fries.Wrk.: Sylterfries. Studiën (Oslo 1921); Ueber den Gebrauch des bestimmten Artikels im Norwegischen (Oslo 1926); artt. in Niederd. Jahrb. (1923, 1929); Teuthonista 1 (1924); Meddelelser fra Norsk Forening for Sprogvidenskap 1 (1927); Festschrift für C. Borchling (1932); Festschrift für Th. Siebs (1933); Zeitschr. für Mundartforschung, 13 (1938).
Zie: Nordisk Tidsskrift for Tale og Stemme (1955), nr. 1; Orbis vi (1957), nr. 2.
