Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

RIJKSONMIDDELBAARHEID

betekenis & definitie

Directe afhankelijkheid van het Duitse of Roomse rijk, voor Frl. in de 13de eeuw vastgelegd in het Karelsprivilege, 30.9. 1417 overgenomen door keizer Sigismund (tegen betaling van de huslotha). Nog van Karel v trachtte Jancko Douwama erkenning der R. te krijgen.

Het woord is een germanisme. Daarom wordt ook van 'rijksonmiddellijkheid’ gesproken.

< >