Volgens Wierumer overlevering vertoonden M.en zich rondom een schip vóór de storm.
Om de ‘sémearminnen’ kwijt te raken, moest men een doek of kledingstuk in zee werpen. De Fr. kronieken spreken eenmaal van een zeewijf, enkele malen van een meerman, zeeman of zeeridder. Als windwijzer, vaak met kam en spiegel langs de Fr. kust.