Frl. kent Noord- en Zuiderzee en vroeger de Middelzee. De ‘oceanus germanicus’ of ‘mare germanicum’ kreeg in de M.E. de naam Nortsee (Noordenzee, Noordsche zee).
De naam staat in tegenstelling tot Zuiderzee en is misschien door de Friezen gegeven (zie Mare Frisicum). Er werd niet van Noordwesterzee gesproken. Misschien komt dit door de oude Fr. kustvaart: de Friezen dachten zich de ombuigende kustlijn in het verlengde van hun eigen kustlijn. De naam Zuiderzee wordt ook op rekening van de Hanzesteden geschoven, die deze Z. zo noemden in onderscheid met de Oostzee. Sedert 1922 bestaat de Zuiderzee niet meer en kennen wij IJselmeer en Waddenzee. De naam Middelzee ontstond, toen de Boom zich verwijdde en er tussen Ooster- en Westergo een diepe inham kwam.
De monding van de Middelzee lag misschien tussen Terschelling en Ameland (zie Bomdiep). Behalve de gebruikelijke betekenis had Z. in Frl. misschien ook de betekenis ‘meer’ (vgl. Oosterzee).