Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

LANDBOUWJONGERENORGANISATIES

betekenis & definitie

Naast de drie boerenstandsorganisaties zijn in Frl. drie organisaties van jongeren ontstaan. Door vergaderingen, landdagen, wedstrijden, excursies e.d. trachten de L. elk naar hun inzicht de jonge boeren in maatschappelijk en landbouwkundig opzicht te ontwikkelen tot volwaardige leden van volks- en landbouwgemeenschap.

De oudste, de Bond van Verenigingen van Landbouwjongeren in Frl. ‘de Jongerein’, is 1919 op initiatief van de Ver. van Oud-leerlingen van de R.L.W.S. te Lwd. opgericht. Deze heeft thans ca. 1900 leden en twee lid-verenigingen (oud-leerlingen van de R.L.W.S. te Lwd. en Drachten). De ‘Jongerein’ is aangesloten bij de Plattelandsjongeren Gemeenschap Nederland, interesseert zich voor het Volkshogeschoolwerk en onderhoudt nauw contact met de Fr. Maatschappij van Landb. De Chr. Fr.

Landbouwjongeren Bond, opgericht 1930 op initiatief van het bestuur van de Fr. Chr. Boeren- en Tuindersbond, neemt de bijbel als richtsnoer. Hij onderhoudt contact met de Fr. C.B.T.B. en is aangesloten bij de landelijke Chr. Jonge Boeren- en Tuindersorganisatie. Aantal leden ca. 800. De prov. afdeling van de Jonge Boeren- en Tuindersbond van de Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond is een r.k. boerenjongerenorganisatie, opgericht 1932; ledental 344.