(Fr.: idem). Plant.
Witte en rode K. overal zeer algemeen; ook basterd-K. vaak gevonden. Aardbei-K. op de eilanden en langs de hele kust, soms vrij ver binnenslands.
Vogelpoot-Jf. op Vlieland gevonden, onderaardse K. bij Olderberkoop. Hazepootje algemeen op de eilanden, ook elders vaak op zand.
Inkarnaat-K. gekweekt; verwildert soms veel in nieuwe bermen. Kleine K. overal algemeen als onkruid; kleinste K. eenmaal aangetrofien.
Liggende K. meest op de eilanden, maar ook elders.K. is verder groenvoeder en/of groenbemestingsgewas. Tot 1950 in de kleibouwstreek veel verbouwd (1881-1901 gemiddeld 1700 ha; 1911-21 1400 ha; 1:950-57 400 ha; Nederland 12500 ha).
Vooral witte K. is achteruitgegaan. Deze werd onder vlas ingezaaid en als stoppel-AT. als weide voor paarden en schapen gebruikt. Blijft de K. een jaar liggen, dan wordt van de tweede snede wel zaad gewonnen (‘blomkjen). Rode K. (vroeger ook Spaanse K., wrsch. afkomstig van het vroeger vaak als dekvrucht gebruikte Spaanse kanariezaad) wordt meestal onder graan (voor vlas wordt ze te hoog) ingezaaid, levert in de herfst nog een snede, wordt ondergeploegd of blijft een jaar liggen. Levert dan twee sneden, die gehooid of gedroogd worden. De laatste jaren wordt i.p.v. rode K. ook hopperups-K'. als stoppel-K'. ingezaaid.
Deze K. slaat meestal beter aan, het zaad is goedkoper en de opbrengst in de herfst is zeergoed. Wordt in het jaar van zaaien ondergeploegd.
