Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

HAMCONIUS, Martinus

betekenis & definitie

(Marten Hamckema of Hamkes), geschiedschrijver (Follega ca. 1550-? 1620).

R.k. en koningsgezind, komt tot hoge ambten, echter driemaal door de staatsgezinden verdreven. Blijft zijn zaak dienen met de pen (Certamen Catholicorum cum Calvinistis, Munster 1607) en met het zwaard. In zijn werken, aansluitend bij de apocriefe geschiedschrijving, treffen de monarchaal-katholieke inslag en tal van folkloristische trekjes.

Wrk.: Frisia, seu de viris rebusque Frisiae illustribus (Monasterii Westph. 1609, Franeker 1620 met voorwoord van H. aan Albertus van Oostenrijk en met voorwoord van P. Winsemius aan St. v. Frl., herdruk Amsterdam 1623); Verthoninge der coninghen, bisschoppen.. van Vrieslant... (Franeker 1617 en Vr. F. 1844). —> Apocriefe geschiedschrij ving.

Zie: N.B.W. VII, 522-523; Repert., 248.

< >