Edel geslacht uit de Ommelanden. In de 16de eeuw enige leden in Fr., o.a. twee grietmannen van Kollumerland.
Zie: N.B.W. III 225; Sminia, Naamlijst, 92, 95, 348; Andreae, Nalezing, 34-35; Romein, Naamlijst, 73, 445, 622; Aanv. 9, 80; Alg. Ned. Familieblad xvu (1905), 297.
—, Otto, vaandrig in dienst van Willem Lodewijk, vermaard door zijn moedig gedrag in de slag bij Boksum (17.1.1586), waar hij sneuvelde.
Zie: N.B.W. III 235; Vaderl. Letteroefeningen II (1832), 229-230, 499-502.