Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BRANTSMA

betekenis & definitie

Dokkumer geslacht van juristen. Bekendste lid was Petrus B. (1751-88).

Zijn zoon Gerard Samuel B. (1784-1823) was rechter van instructie te Lwd. Diens zoons en kleinzoons verlieten Frl.; de jongste zoon Jan Albert B. (1821-98), rijksontvanger, voegde de naam Willinge toe.Zie: N.B.W. iv, 288; Vr. F. ix (1862), 301-309; Ned. Patr.xxxiv (1948), 56.

—, Petrus, jurist (Dokkum 10.10.1751-Lwd. 15.12.
1788). Studeerde te Leiden rechten, promoveerde aldaar in 1775. In 1780 raadsheer in het Hof van Frl.; medewerker van Petrus Wierdsma bij diens uitgave van de Oude Fr. Wetten.

Zie: N.B.W. iv, 288; Estrikken XVIII; Ts. v. Rechtsgesch. xxv (1957), 230.