Fr.: Baeijum, wrsch. uit Badingaheem, um-naam). Dorp in Hennaarderadeel, O.Z.O. van Franeker, aan de weg van Dronrijp naar Winsum (133 inw.).
Herv. kerk. Veeteelt en landbouw.
In deM.E. hier een priorij van norbertinessen (St.-Michaelsberg of Monnike-B.) gesticht 1186. Ca. 1235 werd er veel steen gebakken. Opgeheven in 1580.
Zie: Hepkema Memories, 83.
Baijumer vont. Grote doopvont uit de oude kerk te
B. Daar in de grond gevonden en nu in de voorkerk. Sa great as de Baeijumer fonte (zo groot als de B.v.).