Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Uytgeest

betekenis & definitie

Cornelis Cornelisz. van. Uitvinder van het ‘creck-werk’ (krukwerk), dat bijvoorbeeld in houtzaagmolens (paltrokken) en oliemolens (kollergang) kon worden toegepast.

Cornelis Cornelisz. van Uytgeest (ook wel: Krelis Lootjes) deed zijn vinding in

1592. G. Doomman schreef hierover in zijn verhandeling ‘Octrooien voor uitvindingen in de Nederlanden in de 16e-18e eeuw’ (Den Haag 1940):

‘Zelfs wanneer Cornelis Cornelisz. het principe van het zaagraam uit enige publikatie zou hebben gekend, komt hem nog de grote verdienste toe dat principe voor het eerst te hebben toegepast mei een windmolen, die nog uitsluitend voor het korenmalen en wateropvoeren was gebruikt, en een geschikte constructieve oplossing (‘creck-werk') te hebben gevonden.’ In de octrooi aanvraag (1597) bij de Staten van Holland voor zijn krukwerk, dat hij voor watermolens en oliemolens toepasbaar had gemaakt, schreef Cornelis Cornelisz. onder meer dat zijn ‘besondere creckwerk’ nooit elders in praktijk was gebracht ‘dan alleenlijck in den saeghmolens’, maar dat hij ‘mede gevonden hadde een nieuwe konst ende maniere om oly te slaan met een windmole, ende ’t zaet met steenen te doen breecken.’ De eerste houtzaagmolen stond toen al in Zaandam (1596; zie: Het ➝ Juffertje). De eerste Zaanse oliemolen waarin Cornelis’ principe toegepast was, werd in

1601 aan ’t Kalf gebouwd.

Over de persoon Cornelis Cornelisz. zijn slechts weinig gegevens bekend. ➝ Leeghwater noemde hem ‘een boer’, in transportregisters van 1595 en

1602 is sprake van ‘Cornelis Cornelisse, houtsager op te Moldijck’ en in een octrooi-aanvrage in 1600 noemde hij zichzelf ‘een schamell huysman met wijff ende kinderen belast’. Bij de verlenging van zijn octrooi in 1607 blijkt dat hij reeds was overleden. Zijn weduwe was Trijn Pieters.