(1805-1868)
Landbouwer in Nieuw-Beerta. Autodidact, werd een van de leidende figuren van de liberale boerenoppositie in Oost-Groningen in de jaren ’30 en '40 van de 19de eeuw. Zijlker behoorde tot de radicale vleugel van de liberalen. Hij was lid van Provindale Staten (1847) en van de Tweede Kamer (1849-1868). Als landbouwer gold hij als vooruitstrevend; zo was hij een der oprichters, later vice-voorzitter van afdeling Beerta van Genootschap ter Bevordering der Nijverheid te Onderdendam.
Hij publiceerde ook op het gebied van politiek en landbouw.
Lit.: W.J. Formsma, ‘Het dagboek van Jan Freerks Zijlker’, GVA 1948, 83-221; NNBW III, 1529-1530.