Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Vastenavond

betekenis & definitie

De avond voor Aswoensdag, waarop sinds het Concilie van Benevento (1901) de grote vasten begint, is de sluitingsavond van het carnaval. De veertig dagen daarna is het de tijd van boete en bekering, maar voor velen ook de voorbereiding op de Pasen.

In vrijwel elke grote plaats in katholiek Nederland (ook in het Groninger Kloosterburen) zetelt een carnavalsvereniging, met een prins en een raad van elf, die voor een jaar gekozen worden. Voor de Reductie werd Vastenavond in Groningen nog uitbundig met optochten, verkleedpartijen en drank gevierd, maar dankzij de verbodsbepalingen van kerk en overheid verdween dit alles langzamerhand tot er aan het eind van de 19de eeuw alleen nog de bedelommegangen van kinderen met de rommel- of foekepot en het stoken van vuurtjes ‘Achter de Wallen’ in Groningen waren overgebleven. Rondom de vuurtjes danste men onder het zingen van: Stiene, bestop dien vuurdien. Enkele oude vastenavondliederen hebben zich nog lang als rommelpotliedje kunnen handhaven.Lit.: Ter Laan, Volksleven II, 169.