(’s-Gravenhage 1909 - Roden 1998)
Pseudoniem van dichteres en schrijfster Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans die in Leiden studeerde en later met haar man naar Groningen verhuisde. Vasalis debuteerde als prozaïst in het geschenk ter gelegenheid van de boekenweek van 1940, Drie novellen, een bundel waarin eveneens werk van Jan Campert en Egbert Eewijck is opgenomen. Voor dat moment had ze al enige gedichten gepubliceerd in verschillende tijdschriften. Haar eerste dichtbundel verscheen eveneens in 1940: Parken en woestijnen. Daarna zouden nog slechts twee bundels van haar hand verschijnen, die tot de klassieken van de 20ste-eeuwse letterkunde worden gerekend: De vogel Phoenix (1947) en Vergezichten en gezichten (1954). Het werk van Vasalis is veelvuldig onderscheiden, o.a. met de Van der Hoogtprijs (1941), de Constantijn Huygensprijs (1974) en de P.C. Hooftprijs (1983).
Lit.: D. Kroon (red.), Ik heb nog geen ding van mijzelf bevrijd: een bundel opstellen over de poëzie van M. Vasalis (’s-Gravenhage 1983); P. van de Perre, M. Vasalis (Nijmegen 1980).