(Roden 1859 - Groningen 1913)
Nederlands onderwijs- en opvoedkundige. Opgeleid aan de rijkskweekschool te Groningen, achtereenvolgens onderwijzer (1878-1894) in Drachten, Dokkum en Arnhem, daarna leraar opvoedkunde en Nederlands aan de rijkskweekschool in Groningen (1894-1913). Scheepstra schreef onder andere Onderwijs en opvoeding (1901) en was verder co-auteur van talrijke schooien leesboekjes. Zo schreef hij samen met W. Walstra Aanschouwingsonderwijs in de lagere school in 20 gekleurde platen (1891), Natuurkennis voor de volksschool (1892-1893) en Beknopte geschiedenis van de opvoeding en het onderwijs, vooral in Nederland (1897). Later werkte hij samen met Jan Ligthart en de tekenaar C.
Jetses aan talrijke leesboekjes, uitgegeven door J.B. Wolters te Groningen, zoals De wereld in! (1898-1902, geïllustreerd door W.K. de Bruin), Dicht bij huis (1902-1903), Nog bij moeder (1904-1905), Pim en Mien (1907-1908), Het prentenboek van Ot en Sien (1909), Buurkinderen (1911-1912) en Blond en bruin (1912). Deze leesboekjes werden ruim zeventig jaar in de scholen gebruikt. Het meest bekende product waaraan hij meewerkte, was wel de verbetering van Hoogeveens leesplankje ‘aap-noot-mies’.
Lit.: N.F. Noordam, ‘De plaats van Scheepstra in het auteursdriemanschap Hoogeveen. Ligthart en Scheepstra', Pedagogische studiën (1973) 339-343; B.C. de Jong, Jan Ligthart (1859-1916): een schoolmeester-pedagoog uit de Schilderswijk (Groningen 1996).