Verdedigingswerken, militaire aanpassingen van natuurlijke obstakels tegen de vijand. Zij zijn dan ook vooral gelegen bij passages door moerassen en bij landwegen die het gebied doorkruisen.
Als een verdedigingswerk groter was en bewoond werd, sprak men van vesting. In Groningen zijn de meeste schansen aangelegd in de jaren 1580-1594 tijdens de Opstand van de Nederlanden tegen de Spaanse landsheer (Bourtange, Oudeschans, Nieuwe- of Langakkerschans in het oosten; Aduarderzijl, Zoutkamp, Munnekezijl, De Opslag, Bomsterzijl, Noordhorn, Enumatil, Lettelbert, Leeksterschans, Wolveschans en de Zwartendijksterschans in het Westerkwartier). Maar ook tijdens de Münsterse oorlog (1666-1672) zijn er verschillende verrezen (Barnflair, Bakoven) en zelfs nog in de Franse tijd (Leethe).Lit.: G. Overdiep, De Groninger schansenkrijg (Groningen 1970); A.H. van Slageren, Vestingen en schansen in het gebied rond Eems en Dollard (Leer 1990); J.D. Lepage, Vestingen en schansen in Groningen: eeuwenlang de hoeksteen van de Nederlandse defensie (Utrecht 1994).