Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Israëls, jozef

betekenis & definitie

(Groningen 1824 - ’s-Gravenhage 1911)

Kunstschilder en etser. Leerling van Academie Minerva (o.l.v. J. Bruggink; 1835). Kreeg tekenlessen van J.J.G. van Wicheren (1836) en schilderlessen van C.B. Buys (1838), beiden gespecialiseerd in portret.

Hij kwam regelmatig op bezoek bij Klaas Mesdag, een zakenrelatie van zijn vader, die hem steunde. Met diens zonen Hendrik Willem en Taco Mesdag onderhield Israëls een jarenlange vriendschap. Hij vervolgde zijn opleiding te Amsterdam bij J.A. Kruseman (1842) en de Rijksacademie (1843-1844). Studeerde daarna in Parijs. Israëls vestigde zich in 1847 in Amsterdam en verhuisde in 1871 naar ’s-Gravenhage.

Schilderde aanvankelijk historiestukken, maar later voornamelijk visserstaferelen; daarnaast ook landschappen en portretten. Exposeerde veel in binnen- en buitenland en had veel contacten met binnen- en buitenlandse kunsthandels. In Groningen verhandelde vooral kunsthandel Scholtens & Zn. werk van hem. Israëls bleef zijn hele leven een sterke band houden met zijn geboorteplaats; hij trouwde daar in 1863 met de uit Groningen afkomstige Aleida Schaap. Nam vanaf 1843, tot het eind van zijn leven, geregeld deel aan tentoonstellingen bij Pictura. De vereniging benoemde hem ten gevolge van de festiviteiten rond zijn 70ste verjaardag tot erelid (1895).

Kort na zijn overlijden opperde Pictura het plan in Groningen een standbeeld voor hem op te richten. Dit resulteerde in de in 1922 onthulde groep Langs moeders graf op het Hereplein, ontworpen door Abraham Hesselink. Deze inspireerde zich op Israëls schilderij met die titel uit 1856, een voorbeeld van het genre waarmee hij zijn grote bekendheid had verworven.

In de Schildersbuurt in Groningen werden zowel een straat als een plein naar hem genoemd.

Lit.: H.E. van Gelder, Jozef Israëls (Amsterdam 1947); P.A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1880 (’s-Gravenhage 1981) 242-243.