Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Heiligen

betekenis & definitie

Zijn een voorbeeld en een voorspraak voor de gelovigen; hun levensbeschrijvingen en de wonderen die zij tijdens hun leven en na hun dood hebben verricht worden opgetekend in vitae, die niet als gewone biografieën moeten worden beschouwd. Heilig werd men door de verheffing van de relieken op het altaar (elevatio) of later door canonisatie door de paus.

Alle heiligen kunnen in de gehele kerk worden gevierd, hoewel de verering van sommige beperkt bleef tot bijv. de orde waartoe zij behoorden. Bovendien werden sommige heiligen in bepaalde parochies of in kleine kring speciaal vereerd als de beschermheilige van een parochiekerk (patrocinium, Otger) of van een broederschap enz., als de stichter van een klooster (Hathebrand) of als een kloosterling aan wie grote verdiensten worden toegeschreven (Richardus en Emanuel). Vaak zijn de slechts lokaal vereerde heiligen niet goedgekeurd door de paus. Lokale heiligen kunnen de band van de bevolking met de kerk versterken (Walfridus). Relieken, materiële overblijfselen van heiligen of voorwerpen die met hen in contact geweest zijn, moeten in ieder altaar aanwezig zijn, worden vereerd en kunnen als cultusobject aanleiding geven tot speciale verering of zelfs bedevaarten.Er zijn enkele Groninger heiligen: autochtone Groningers als Walfridus en Radfridus en Hathebrand en enkele niet-Groningers, die echter lange tijd hier verbleven, zoals Richardus en Emanuel.

[Bakker]

Lit: A. Vauchez, Sainthood in the later Middle Ages (Cambridge 1997); F.J. Bakker, ‘Heiligen en altaren in de stad Groningen’ in: Van Halsema, Geloven in Groningen, 73-98.

< >